© Nick De Meulemeester
Vrijdagavond 30 april 2021 werd de honderdduizendste patiënt opgenomen in het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren (VOC) te Merelbeke. Het honderdduizendste dier dat anders misschien geen of onvoldoende verzorging had gekregen. Vorig jaar alleen al (zie bijlage tabel) werden er voor het eerst meer dan 7000 dieren opgevangen. Een bijzondere, maar trieste mijlpaal.
De honderdduizendste patiënt
Het was Evy Lepiouf uit Haaltert die het honderdduizendste dier, een vink, binnenbracht in het VOC te Merelbeke. Ze vond dit vinkje op een veldweggetje dicht bij een bos. De uitgroei van de vleugelpennetjes was nog maar voor de helft voltrokken, waardoor het nog niet echt op de grond hoorde te leren vliegen. Wist je trouwens dat bij de meeste vogelsoorten de jongen al na enkele dagen langs de grond horen te huppelen en van daaruit roepen om hun voedsel dat de ouders tientallen keren per dag komen aanbieden?
Gewonde vink – foto: Nick De Meulemeester
Ontstaansgeschiedenis en uitbouw van het VOC
In 1984 werd het toenmalige ‘vogelasiel’ officieel opgericht door Guy De Meulemeester (ex-voorzitter Natuurpunt Boven-Schelde) bij hem thuis. In de 20 daaropvolgende jaren werden er 30.000 dieren opgevangen. Sinds Nick De Meulemeester in 2004 het VOC overnam van zijn vader, zijn er nog eens 70.000 dieren opgevangen. Guy was al voor de eeuwwisseling verderop in de straat gaan wonen, omdat het te druk werd bij hem thuis. Nick, die de liefde voor de natuur en de natuurbescherming met de paplepel kreeg ingegeven, is blijven wonen in het VOC. Het is er nu driemaal zo druk als toen zijn vader 17 jaar geleden stopte.
Ondertussen werd gestart met een grote vrijwilligerswerking die op allerlei vlakken bijspringt. Daarnaast werd er heel veel gerenoveerd. Om de dieren voldoende ruimte en opvolging te kunnen bieden om te herstellen, moeten we vaak creatieve oplossingen bedenken. Dat volstaat echter niet altijd. Zo kunnen we soms wegens plaatsgebrek tijdelijk geen tamme dieren opvangen. Vorig jaar duurde die stop bijna 4 maand. Waar er in de overige maanden meer dan 600 gedomesticeerde dieren werden opgevangen, moesten we tijdens de stop bijna 500 opnames van pluimvee en andere diergroepen weigeren. Dit was een absolute noodzaak. We willen de dieren die we wel opvangen in de beste omstandigheden verzorgen en dat gaat alleen als we onze capaciteit respecteren. We zijn wel nog steeds telefonisch beschikbaar om raad te geven als iemand een tam dier in nood heeft of een ontsnapt dier wil melden opdat we de eigenaar zouden kunnen achterhalen.
Samenwerking
In het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren krijgen niet enkel dieren een nieuwe kans. Dat uit zich in de samenwerking met verschillende organisaties zoals het OCMW, vzw ‘Parcours’, vzw ‘De Kiem’, rechtbanken en vele andere… Elk van deze organisaties zet zich in voor het welzijn en de re-integratie van personen die vaak een lange en moeilijke weg afgelegd hebben. Hierbij gaat het vaak om mensen die een verslavingsprobleem hadden, ex-gedetineerden of mensen die in behandeling zijn voor bijvoorbeeld psychische aandoeningen. Wij helpen hen bij de re-integratie in het werkveld en de maatschappij door hen te leren hoe ze op eigen tempo terug aan het werk moeten en hoe ze kunnen samenwerken met anderen.
Zo biedt het OCMW jaarlijks verschillende personen kansen om terug aan het werk te gaan. Vaak hebben deze mensen lange tijd niet gewerkt. Bij ons krijgen zij de kans om opnieuw een werkroutine op te bouwen.
Niet alleen volwassenen helpen hier een handje mee, maar ook minderjarigen. Vanaf 16 jaar mogen jongeren de eerste stappen in het werkveld zetten. Met de organisatie vzw ‘Parcours’ werken we al jaren samen. Zij geven jongeren die een strafbaar feit gepleegd hebben, de kans om zich terug op het rechte pad te begeven. Onder het toeziend oog van een jeugdrechter kan een jongere gemeenschapsdienst bij ons doen.
Zo worden we maandelijks gecontacteerd door organisaties die vragen of we mensen kunnen tewerkstellen en verschillende keren per week starten nieuwe vrijwilligers op.
Educatieve werking
Op ieder tijdstip van het jaar zijn er voldoende vogels of andere wilde dieren aanwezig om op aanvraag een groep geïnteresseerden te ontvangen en rond te leiden. Een geleid bezoek duurt 1,5 uur met uitleg over de aanwezige dieren, oorzaken van opnames en eventueel een vrijlating van één of meerdere herstelde dieren.
Ook kunnen de leerlingen een aangepaste verwerkingstaak meenemen met opdrachten om thuis of in de klas uit te voeren en dat al vanaf de kleuterklas. Een boeiende en leerrijke uitstap voor elke leeftijd. Buiten deze aangevraagde groepsbezoeken staat het VOC niet open voor het publiek om de noodzakelijke rust van de patiënten te garanderen.
Jonge bosuiltjes – foto: Nick De Meulemeester
Drukte
Het VOC heeft op 6 jaar tijd opnieuw een verdubbeling van het aantal patiënten te verwerken gekregen. Naast de alom gekende verkeersslachtoffers, kunnen dieren ook gewond of in de problemen raken doordat ze vast komen te zitten in een afsluiting, rondslingerende rommel… of bijvoorbeeld in een open regenton of zwembad verzeild raken. Verwondingen aangebracht door honden en katten, en onder andere (robot)grasmaaiers komen ook veelvuldig voor. Een verwonding hoeft daarbij niet noodzakelijk dodelijk te zijn, maar veroorzaakt veelal een bijkomende infectie van de wonde waaraan het dier dan toch sterft indien het niet wordt geholpen.
De laatste jaren is vooral het aantal binnengebrachte zoogdieren sterk gestegen. Topper is de egel met 1300 exemplaren op 1 jaar. Dat is een stijging van maar liefst 500 exemplaren ten opzichte van het jaar voordien.
Gewonde egel – foto: Nick De Meulemeester
Er zijn veel virussen en bacteriën in de natuur die aan bepaalde populaties soms zware schade toebrengen. We denken daarbij aan botulisme, het Ustu-virus bij merels, difterie bij egels, … De meeste binnengebrachte dieren moeten een tijdje in het centrum blijven.
Het is sterk aangeraden om eerst telefonisch contact op te nemen met het VOC. Aan de telefoon trachten de medewerkers zo goed mogelijk in te schatten of jonge dieren nog bij hun ouders in de tuin kunnen of moeten blijven. Onnodig gebrachte dieren worden terug meegegeven met de brenger naar het territorium van de ouders.
Lokale subsidies en Vlaamse steun
Tot 1998 had het VOC een tweede afdeling om roofvogels en reigerachtigen voldoende vliegruimte en rust te kunnen bieden tijdens hun herstel. Helaas besliste de stad Gent toen om de werking van dit Gentse natuurcentrum met extra VOC Merelbeke-afdeling te Melle – Gontrode stop te zetten en de educatieve activiteiten te verplaatsen naar het Gentse natuurreservaat ‘De Bourgoyen’. Door plaatsgebrek verminderde het aantal opvangkooien en de revalidatiekansen van vele dieren. Het wegvallen van alle steun van de stad Gent en het jarenlang niet uitbetalen van 1/3 van de door de Vlaamse overheid toegekende subsidies zorgt bovendien voor hoge werkdruk voor het te beperkte aantal personeelsleden in dienst (momenteel 3.5 VTE en een vakantiejob). Gelukkig werken er jaarlijks ook een 30-tal stagiairs mee, maar die moeten, net als alle vrijwilligers, voldoende begeleid worden. Elke vrijwilliger kan er namelijk starten zonder enige voorkennis qua dierenverzorging en zelf kiezen waar hij of zij een handje wil toesteken.
Er zijn in Vlaanderen slechts 10 Vlaamse Opvang Centra voor vogels en wilde dieren. VOC Merelbeke is het tweede VOC dat dit magische aantal dieren in nood – vooral wilde fauna – opving. De toekomst is niet voor alle VOC’s even zeker en bijna alle hebben extra subsidies nodig om het stijgende aantal patiënten te kunnen revalideren. Sommige specialiseerden zich zelfs extra in bepaalde diersoorten anders dan onze eigen wilde fauna. Zo krijgen bepaalde VOC’s meer media-aandacht, waardoor de bekendheid stijgt en zo ook hun steun. Helaas blij ven wij daarvan meestal uitgesloten en is het ook heel moeilijk zonder uitbreidingsmogelijkheden om daarvoor doelgericht extra fondsen in te zamelen.
Extra handen gevraagd
De drukte neemt nu dag na dag toe in Merelbeke en het tekort aan vrijwilligers zal nog enkele maanden aanhouden, want het aantal binnengebrachte patiënten varieert tussen de 30 en 60 per dag in deze periode. Gemiddeld komen er in de zomermaanden ongeveer een duizendtal dieren uit heel Oost-Vlaanderen in Merelbeke terecht.
Jonge marters – foto: Jerin Trinquet
Er is nood aan 5 extra mensen per dag. Wij maken daarom graag van de gelegenheid gebruik om iedereen (+16) die dieren in nood wil helpen, op te roepen zich aan te melden als vrijwilliger. Er zijn 3 shiften per dag tussen 8u en 22u, maar in werkelijkheid wordt er de komende maanden dagelijks tot na middernacht voortgewerkt om de vele bekjes en muiltjes eten te geven. Het voederen gebeurt door de vrijwilligers en medewerkers die de dieren vaak om het half uur eten geven met de hand, sonde of pincet. Daarnaast worden de kooien van de dieren vaak verschillende keren per dag ververst.
Ooievaar – foto: Nick De Meulemeester
Gelukkig kunnen wij rekenen op de medewerking van het Wildlifetaxiteam dat de gewonde dieren ophaalt en dierenarts Inge Thas uit Zwijnaarde, die helpt om de nodige verzorging te bieden voor specifieke gevallen. Maar zij is eveneens overbevraagd, waardoor ook extra dierenartshulp meer dan welkom zou zijn. Elk dier heeft namelijk recht op verzorging en een tweede kans! Iedereen komt wel eens een vogel of een ander wild dier in nood tegen. Maar dierenartsen mogen die volgens het soortenbesluit niet zelf opvangen.
Meer middelen en uitbreidingsmogelijkheden
Het VOC hoopt bovendien vurig om in de nabije toekomst de dieren die van heinde en verre binnengebracht worden, meer kansen op herstel te kunnen bieden via een ruimere en voor alle dierenfamilies geschikte accommodatie. Er worden jaarlijks wel 150 soorten dieren ter verzorging aangeboden, waaronder alsmaar meer reeën en vossen. Om deze dieren de nodige hulp te bieden, rukken de medewerkers van het VOC uit tot de grens met Antwerpen en Nederland, omdat het dichtstbijzijnde VOC hen niet kan opvangen. Vaak is een ree zodanig gekwetst dat het na een eventuele tussenstop bij een dierenarts mee naar het VOC moet. Jammer genoeg is er geen enkele ren beschikbaar wanneer deze dieren moeten revalideren.
Uitgehongerde bever – foto: Nick De Meulemeester
Bovendien is de regio rond Gent een heel druk gebied met heel veel inwoners die blij zijn als ze met een dier in nood ergens terecht kunnen. Een plek waar mensen met heel veel inzet, ervaring, permanentie en professionalisme werken, maar die jammer genoeg niet over de nodige ruimte en middelen beschikt. Daarom is het VOC al jarenlang op zoek naar uitbreidingsmogelijkheden of extra middelen om te verhuizen. Het is overduidelijk dat deze noodzakelijke werking door de overheden te weinig ondersteund wordt en dat deze dieren beter moeten worden verzorgd en opgevolgd. Per slot van rekening zetten wij grotendeels recht wat onze maatschappij stukmaakt door het moordende verkeer en door dierenmishandeling.
Vrijwilligers kunnen zich altijd aanmelden bij het VOC.
Wie een gift wil doen, kan dat via BE48 7370 1067 8127 (‘giften’ vanaf 40 euro zijn vanaf januari 2021 fiscaal aftrekbaar).
Lidgeld kan ook apart vanaf 10 euro met vermelding ‘lidgeld’. Als lid ontvang je ons driemaandelijks tijdschrift “De Tyto”.
Meer informatie op: www.vocmerelbeke.be
Nick De Meulemeester